Galactische Componenten

Het meest karakteristieke element van onze Melkweg is natuurlijk de centrale, grote platte en zeer dunne schijf . In deze schijf, met een diameter van 50 kpc, vallen direct en vooral de heldere spiraalarmen op. Deze vallen vooral op door de zeer heldere jonge blauwe (O- en B-) sterren, die slechts kort doch heftig leven, alsmede door de gaswolken waarin zij nog maar kort geleden zijn geboren en die zij met hun intense UV-straling aan het gloeien hebben gebracht (HII gebieden). Veel meer uniform verspreid over de schijf vinden we het merendeel der sterren, een gladde achtergrond van oudere, vaak rodere, en zwakkere sterren. Merk op dat in bovenstaande afbeelding de spiraalstructuur een balk bevat. Het is pas een jaar of tien geleden dmv. de waarnemingen van de COBE satelliet, op microgolf frequentiegebied, gebleken dat onze Melkweg inderdaad wel eens een balkspiraalstelsel kan zijn.

Echter, die direct in het oog springende schijf is niet het enige onderdeel van de Melkweg. De Melkweg is een gigantisch en zeer complex object opgebouwd uit een aantal duidelijk identificeerbare en afzonderlijke componenten, de Halo , de Bulge , de Schijf en het Galactische Centrum . Deze componenten zijn op een hechte wijze in elkaar verstrengeld. Het is van uitzonderlijk belang om te begrijpen hoe deze hierarchische structuur in elkaar grijpt en is ontstaan. De evolutionaire geschiedenis van deze structurele componenten is een essentiele sleutel tot het begrip van de vorming van de Melkweg als geheel.

In de Melkweg kunnen we dus de volgende hoofdcomponenten onderscheiden:

Het merendeel van de sterren, en het gas, in de Melkweg bevindt zich in de schijf, een aanzienlijk aandeel vindt men in de bulge, terwijl een kleine fractie zich bevindt in de uitgebreide halo. Ieder van deze galactische componenten verschillen onderling in

Op basis van deze eigenschappen, en op basis van hun hechte verstrengeling en hun achterliggende evolutionaire geschiedenis, vormt het begrijpen van de galactische componenten een essentiele sleutel tot de vorming van de Melkweg.




In verscheidene van deze componenten kunnen we dan weer afzonderlijke componenten herkennen. Zo kennen we een Dunne Schijf , met als meest opvallende eigenschap het prachtige spiraalpatroon, en een Dikke Schijf en kunnen we in de (baryonische) halo een populatie van verspreide halo sterren onderscheiden alsmede de opvallende populatie van bolclusters . Daarnaast worden de bulge en halo vaak gezamenlijk aangeduid als spheroidale component . Het kan dus zijn dat er nog een balkcomponent moet worden onderscheiden. Meest raadselachtig is de donkere halo , deze domineert gravitationeel de dynamica van de Melkweg voorbij een straal van ongeveer 10-15 kpc, maar we weten nog steeds niet uit wat voor materie deze bestaat, zelfs niet of dit baryonisch is. Integendeel, hoogstwaarschijnlijk bestaat het uit een exotische soort materie die we nog nooit in het laboratorium hebben gezien.



The components of the Galaxy:
Halo, Bulge, Dunne Schijf, en Galactisch Centrum.
Links: ook aangegeven de Dikke Schijf en Extreme Schijf.
Rechts: ook de namen van bekende spiraalarmen en de locatie van de Zon zijn aangegeven (bovenaanzicht),
alsmede de verdeling van bolhopen (zijaanzicht)


In bovenstaande illustraties kan men duidelijk zien hoe de componenten qua ruimtelijke verdeling en bewegingen van elkaar kunnen worden onderscheiden. Iets subtielers is het onderscheid in sterpopulatie, wat in de volgende sectie zal worden uiteengezet:



Sterpopulaties

Essentieel om het onderscheid tussen de verschillende componenten in hun evolutionaire perspectief te kunnen begrijpen, is het concept van Sterpopulaties:

      

Sterpopulaties



Inventaris Galactische Componenten

Gedetailleerde beschrijvingen van de karakteristieke eigenschappen van de vier Galactische hoofdcomponenten: