Het bepalen van afstanden in de ruimte is een heel andere techniek dan het bepalen van afstanden op aarde. Op aarde kunnen we afstanden afpassen met behulp van technieken variërend van meetlinten tot laserbundels. In de ruimte is dat niet mogelijk en moeten we andere hulpmiddelen aanwenden. Wat voor soort techniek wordt gebruikt hangt af van de afstand tot het object.
Heel dichtbij kunnen we gebruik maken van het feit dat de
aarde in een jaar tijd rond de zon beweegt en dus het perspectief
van de nabije sterren ten opzichte van de ver weg gelegen
sterren verandert. Dit is de zogenoemde parallax. We
kennen dit natuurlijk uit de dagelijkse praktijk: vanuit een
rijdende auto gezien bewegen de bomen langs de weg ten opzichte
van de verder weg liggende bomen. De situatie voor de aarde en de
zon is getekend in figuur 1.
Figuur 1: Parallax
Deze figuur laat zien hoe de positie van een nabije ster verandert ten opzichte van de achtergrond in een jaar tijd. Omdat we de afstand aarde-zon kennen (149.6 miljoen km) kunnen we de afstand tot de ster bepalen als we de afmeting van de hoek p meten. Immers de hoek p is eenvoudigweg de verhouding tussen de afstand aarde-zon en de afstand tot de ster ( we nemen hierbij aan dat de afstand van de zon tot de ster veel groter is dan de afstand van de zon tot de aarde. Dit is gerechtvaardigd: de meest nabije ster is zo'n 4 lichtjaar verwijderd van de aarde en dat is zo'n 240000 maal verder dan de afstand aarde-zon).
Als we nu een parallax nemen van 1" (1 boogseconde ofwel 1/3600 ste graad). De bijbehorende afstand is 149600000 km / 1 × 206265 = 3.086 × 1013 km. Deze afstand wordt in de sterrenkunde als afstandseenheid gebruikt en wordt de parsec genoemd. De herkomst van dit woord is dat we te maken hebben met een parallax van 1 boogseconde.