Galactisch Coordinaten Systeem

Voor het bepalen van de posities van objecten buiten het zonnestelsel, in het bijzonder voor objecten binnen onze Melkweg, is het heel nuttig om gebruik te maken van een coordinaten systeem dat is gebaseerd op de geometrie van de Melkweg zelf en dat dus een direct fysische connectie met de structuur van de Melkweg heeft.


The Galactic Coordinate System:



Galactische Equator:
In dit Galactisch Coordinaten Systeem wordt het Galactische vlak, of Galactische Equator gebruikt als referentievlak. De Galactische Equator is de Grote Cirkel op de hemelbol die het best het (centrale) Melkwegvalk lijkt te benaderen (zie figuur). Dit vlak heeft een inclinatie van een hoek van 62o36' ten opzichte van de hemelequator.

Galactische Centrum:
Het centrum van de Melkweg bevindt zich op:      (&alpha,&delta)=(17h45.6,-28o56)   (2000.0). Het naar men algemeen aanneemt echte centrum van de Melkweg, die men identificeert met de compacte radiobron en infraroodbrong in Sagittarius A ligt zo'n 5 arcmin verwijderd van dit Galactische nulpunt    (l,b)=(0,0).

Galactische Noordpool:
De noordpool van het Galactische Systeem is gesitueerd op:     (&alpha,&delta)=(12h51.4m, +27o07')   (2000.0).

Galactische Lengte   l
Op basis van historische motieven wordt de richting van het Galactische Centrum als nulpunt van de Galactische Lengte l gedefinieerd. De galactische lengte loopt van l=0o tot l=360o, en neemt toe tegen de richting van de klok, gezien vanuit vanaf het noordelijke galactische halfrond. Ze is zo gedefinieerd dat ze loopt in richting van de Galactische beweging van onze Zon, die dus per definitie ligt op l=90o (in het sterrenbeeld Cygnus).

Galactische Breedte b
: De galactische breedte is de hoek tussen een bepaalde positie en het galactische vlak, gemeten langs een grote cirkel door de galactische noordpool en loodrecht op het galactische vlak. Loopt van b=-90o (zuidpool) tot b=90o (noordpool).

Historisch gezien was er een eerder galactisch coordinatensysteem, die men ook wel aanduidt met (lI,bI), waarbij het nulpunt van de galatische lengte werd gemeten vanaf een van de twee snijpunten tussen de Galactische equator en de Hemelequator. Dit is echter een tamelijk willekeurige keuze, zonder fysische significantie, waardoor men in 1959 het huidige systeem aannam. Een tijdlang duidded men daarom het oude systeem aan met (lI,bI) en het nieuwe met (lII,bII). De nieuwe (II) en de oude (I) galactische lengte verschilden 33o: lI=lII-33o.

Conversies tussen het equatoriale coordinatensysteem en het galactische coordinatensysteem kunnen worden verkregen dmv. de standaard formules van sferische trigonometrie.

Om de fysische positie (X,Y,Z) van een object met galactische coordinaten (l,b) en afstand D vanaf de aarde te bepalen, waarbij het nulpunt van (X,Y,Z) bij de aarde worden genomen, geldt dus:

Een X-Z doorsnede van de Melkweg geeft dus een "edge-on" beeld, met het zonnestelsel links tov. het Galactische centrum. Een Y-Z doorsnede geeft een edge-on beeld zoals gezien vanaf het anticentrum, met de Zon en het Galactische Centrum gesuperponeerd. Een "face-on" gezicht van de Melkweg heb je vanuit een X-Y sectie.