P. van Leeuwen Boomkamp Fonds voor Sterrenkunde

  KvK 30147223; Zie website Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Weer- en Sterrenkunde, KNVWS

De oprichter stichtte het fonds in 1939 (zie art. 1.2). Het bestuur van de stichting wordt gevormd door de leden van het bestuur van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Weer- en Sterrenkunde, KNVWS.

Het bestuur stelt periodiek (in principe jaarlijks) een bedrag ter beschikking ter subsidiëring van een of meer sterrenkundige projecten (zie art. 2 voor het doel van de stichting).

Aanvragen voor subsidie kunnen worden ingediend door in Nederland geaffilieerde of werkzame professionele astronomen, en door besturen van de KNVWS en haar lidorganisaties. Gegadigden dienen een aanvraag in bij het bestuur van de stichting. Het bestuur, aangevuld met externe deskundigen, zal over de aanvragen beslissen.
De aanvraag dient de volgende gegevens over het project te bevatten: naam / aard, omvang, doelstellingen / volledige begroting / organisatie, bemensing / tijdsduur
Bij het naar buiten brengen van activiteiten die door de stichting (mede) zijn gefinancierd, dient zoveel mogelijk de naam van de stichting te worden vermeld.

 

Statuten van 17 december 1997

------------------- NAAM, ZETEL EN DUUR

Artikel 1.
1. De stichting is genaamd Stichting P. van Leeuwen Boomkamp Fonds voor Sterrenkunde en is gevestigd te Utrecht.
2. De stichting is op zes juli negentienhonderd negen en dertig opgericht door de heer Pieter van Leeuwen Boomkamp, koopman te Naarden, uit waardering voor de belangrijke plaats die Nederland zich op sterrenkundig gebied in de wereld had verworven, en uit gedrevenheid door het verlangen deze positie te helpen handhaven en waarvoor hij een bedrag van twintig duizend gulden (ƒ 20.000,00) had afgezonderd.
3. De stichting is opgericht voor onbepaalde tijd. 

-------------------------- DOEL

Artikel 2.
1. De stichting heeft ten doel de bevordering van de beoefening van de sterrenkunde en al hetgeen daarmee verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin des woords.
2. De stichting beoogt niet het maken van winst.
3. Bij het naar buiten brengen van activiteiten die door de stichting (mede) zijn gefinancierd, dient zoveel mogelijk de naam van de stichting te worden vermeld. 

------------------------- BESTUUR

Artikel 3.
1. Het bestuur van de stichting wordt van rechtswege gevormd door het bestuur van de Nederlandse Vereniging voor Weer- en Sterrenkunde (NVWS), gevestigd te Utrecht, hierna ook te noemen "NVWS".
2. Indien de NVWS wordt ontbonden, dient het bestuur der stichting in de statuten van de stichting een regeling op te nemen terzake van de dan toekomstige wijze van benoeming en ontslag van bestuursleden van de stichting.
3. Het lidmaatschap van het bestuur eindigt door het eindigen van het lidmaatschap van het bestuur van de NVWS, door aftreden, bedanken, overlijden of onder curatelestelling, door ontslag door de rechtbank.
4. Indien het bestuur niet voltallig is vorm(t)(en) de in functie zijnde(n) niettemin een wettig bestuur.

Artikel 4.
1. Het bestuur vergadert zo dikwijls de voorzitter of twee of meer bestuursleden dit wenselijk acht(en), met dien verstande dat voor één mei de jaarvergadering moet worden gehouden, waarin onder meer de jaarrekening betreffende het afgelopen boekjaar en het jaarverslag betreffende dat jaar aan de orde komen. Voor één december moet de vergadering over de begroting voor het komend jaar worden gehouden.
2. De oproeping tot de bestuursvergadering geschiedt schriftelijk. De termijn van oproeping bedraagt ten minste vijf dagen, die van oproeping en die van vergadering niet meegerekend. Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld.
3. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter of bij diens ontstentenis of afwezigheid door zijn plaatsvervanger, met dien verstande dat ingeval van ook diens ontstentenis of afwezigheid de vergadering zelf in haar leiding voorziet.
4. Elk lid van het bestuur heeft één stem.

Artikel 5.
1. Alle besluiten worden, voorzover in deze statuten niet anders is bepaald, genomen met volstrekte meerderheid der uitgebrachte stemmen.
2. Over zaken wordt mondeling gestemd, over personen schriftelijk. Of een stemming personen of zaken betreft wordt uitgemaakt door de voorzitter der vergadering.
3. Bij staking van stemmen over zaken wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.
4. Indien bij stemming over personen bij eerste stemming niemand de volstrekte meerderheid heeft behaald, heeft herstemming plaats tussen die twee personen die de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Hij die alsdan de meeste stemmen op zich verenigt is gekozen. Indien bij deze herstemming de stemmen staken, beslist het lot. Indien en voorzover, doordat twee of meer personen een gelijk aantal stemmen op zich verenigden, niet vast mocht staan welke personen voor herstemming in aanmerking komen, zal bij een tussenstemming tussen hen die eenzelfde aantal stemmen op zich verenigden, met volstrekte meerderheid van stemmen worden uitgemaakt wie van hen voor de herstemming in aanmerking komt of komen. Indien en voorzover bij deze tussenstemming, doordat wederom twee of meer personen een gelijk aantal stemmen verkrijgen, niet het vereiste aantal personen voor de herstemming is aangewezen, zal tussen hen op wie dat gelijk aantal stemmen is uitgebracht het lot beslissen.
5. Blanco stemmen en ongeldige stemmen, ter beoordeling van de voorzitter der desbetreffende vergadering, worden geacht niet te zijn uitgebracht.
6. Besluitvorming door het bestuur kan ook op andere wijze geschieden dan door het houden van een vergadering, met dien verstande dat geen besluit zal worden geacht te zijn genomen indien niet alle leden van het bestuur zich schriftelijk, waaronder per telex, telegram of telefax begrepen, voor het voorstel hebben uitgesproken. Zodanige besluiten worden aan de notulen toegevoegd.
7. Een besluit tot benoeming kan ook bij acclamatie worden genomen.

------------------- VERTEGENWOORDIGING

Artikel 6.
1. De stichting wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door:
a. het bestuur;
b. hetzij de voorzitter en de secretaris gezamenlijk;
c. hetzij de voorzitter en de penningmeester gezamenlijk;
d. hetzij de secretaris en de penningmeester gezamenlijk.
2. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen en van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een ander sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een ander verbindt.

FINANCIELE MIDDELEN; BOEKJAAR EN BEHEER DER MIDDELEN

Artikel 7.
De middelen der stichting bestaan uit:
a. het beginkapitaal;
b. renten;
c. opbrengsten uit activiteiten van de stichting;
d. schenkingen, erfstellingen en legaten;
e. donaties;
f. subsidies;
g. alle andere wettige middelen.

Artikel 8.
Van de vermogenstoestand der stichting en al hetgeen verder haar financiën betreft wordt boekgehouden op zodanige wijze, dat daaruit te allen tijde de rechten en verplichtingen van de stichting kunnen worden gekend.

Artikel 9.
1. Het boekjaar der stichting loopt van één januari tot en met één en dertig december.
2. De penningmeester maakt jaarlijks voor één april een balans en een staat van baten en lasten over het afgelopen boekjaar van de stichting. Het bestuur kan besluiten dat de boeken der stichting worden gecontroleerd door een door het bestuur aan te wijzen accountant.
De secretaris maakt voor één april een jaarverslag.
3. In de in artikel 4 lid 1 eerste zin bedoelde jaarvergadering stelt het bestuur de jaarrekening vast. Goedkeuring der jaarrekening door het bestuur strekt tot décharge van de penningmeester voor zijn handelingen gedurende het boekjaar waarop de stukken betrekking hebben, voorzover die handelingen uit de stukken blijken.
4. Het bestuur is verplicht de in artikel 8 en in dit artikel bedoelde bescheiden gedurende minimaal tien jaar te bewaren.

----------------- HUISHOUDELIJK REGLEMENT

Artikel 10.
Het bestuur kan een huishoudelijk reglement vaststellen dat geen bepalingen mag bevatten die in strijd zijn met de statuten.

-------------------- STATUTENWIJZIGING

Artikel 11.
1. In de statuten kan slechts wijziging worden aangebracht krachtens een daartoe strekkend besluit van het bestuur, genomen met ten minste twee/derde deel van de stemmen die kunnen worden uitgebracht indien alle bestuursleden aanwezig zijn.
Indien niet zoveel bestuursleden ter vergadering aanwezig zijn dat het in de vorige alinea bedoelde aantal stemmen kan worden uitgebracht, wordt een tweede vergadering gehouden binnen dertig dagen maar niet eerder dan zeven dagen na de eerste vergadering; in deze tweede vergadering kan ongeacht het aantal aanwezigen tot statutenwijziging worden besloten, mits met ten minste twee/derde van het aantal geldig uitgebrachte stemmen.
2. Wijzigingen in de statuten worden van kracht nadat zij bij notariële akte zijn geconstateerd.
3. Tot het doen verlijden van de notariële akte van statutenwijziging is ieder bestuurslid afzonderlijk bevoegd.
4. Indien de stichting door de rijksbelastingdienst wordt aangemerkt als een instelling, bedoeld in artikel 24, alinea 4, van de Successiewet 1956, zal wijziging van het bepaalde in artikel 2 (het doel van de stichting), artikel 3 (de bestuurssamenstelling), en artikel 12, lid 2 (de bestemming van het vermogen bij ontbinding), niet mogelijk zijn zonder dat het wijzigingsvoorstel ter beoordeling is voorgelegd aan de inspecteur der Registratie en Successie binnen wiens ambtsgebied de stichting statutair haar zetel heeft.

----------------------- ONTBINDING

Artikel 12.
1. Voor een besluit tot ontbinding geldt hetgeen in artikel 11 lid 1 is bepaald voor een besluit tot statutenwijziging. De liquidatie geschiedt in geval van ontbinding door het bestuur.
2. Een eventueel batig saldo moet worden aangewend voor een doel dat zoveel mogelijk overeenkomt met het doel der stichting.
3. Gedurende de liquidatie blijven de bepalingen van de statuten zoveel mogelijk van kracht.